Case: de diversiteit binnen De Krakeling

26.09.2016

2016-09-26

‘Doelgroep verbreden’. Het is een doelstelling die vaak voorbijkomt binnen het Wijzer Werven traject. Verschillende instellingen die deelnemen aan Wijzer Werven hebben de ambitie, drive of soms zelfs de opdracht van bovenaf om hun doelgroep te differentiëren. De bezoeker moet jonger zijn, uit een bredere sociale klasse komen of een andere culturele achtergrond vertegenwoordigen.

 

In het interviewgesprek met de Krakeling over hun positionering (zie artikel hier) kwam het gesprek ook uit op diversiteit. De Krakeling heeft vier personas omschreven die ze als uitgangspunt nemen bij het vaststellen van hun programmering en marketing. In 2017 wil de Krakeling sterker inzetten op het aanspreken van één van deze personas: Fatou van 36 uit Zuidoost, met vier kinderen. We vroegen aan Kees Blijleven (directeur van  De Krakeling) waarom ze hiervoor kiezen en hoe ze het bredere vraagstuk over diversiteit in de culturele sector aanvliegen.

 

Reden
“We zijn het jeugdtheater van Amsterdam, dat betekent dat we willen dat onze bezoekers een afspiegeling zijn van Amsterdam”, begint Kees het gesprek. “Het is onze taak om iedereen aan te spreken, en juist in het huidige klimaat zien we het ook als een kans om een stelling in te nemen ten opzichte van de negatieve geluiden die rondgaan over de kleurrijke maatschappij.

Binnen de schoolvoorstellingen lukt het De Krakeling erg goed om een divers publiek aan te spreken. Scholen zijn per definitie divers, en daardoor het publiek in de zalen ook. Lastiger wordt het bij de vrije publiek voorstellingen. Het is een onderwerp dat Kees al een tijdje bezighoudt. Aan de hand van de vier p’s (en niet de standaard vier p’s, maar die van programmering, publiek, personeel en partners) bespraken we zijn visie en actieplan.

 

Programma
“Alles begint met je programma, die moet aansprekend zijn voor een groot publiek”, zegt Kees stellig. “Ik kan niet alleen maar sprookjes van Grimm programmeren, want lang niet in alle culturen kennen ze deze sprookjes.” Binnen de programmering bedenkt Kees welke verhalen verteld moeten worden en welke verhalen óók een breder publiek aanspreken. In dit geval gaat het misschien veel meer over het zoeken van een thuis, familiebanden (en het ontbreken daarvan) of je ‘anders’ voelen. “We kiezen onze programmering heel zorgvuldig uit”.

Doordat De Krakeling 300 voorstellingen per jaar inkoopt zijn ze in de positie om het gesprek aan te gaan met productiehuizen en gezelschappen. Dat gesprek gaat over de thema’s van een voorstelling maar ook over de diversiteit binnen de cast.  Gezamenlijk werken ze aan een diverser aanbod aan voorstellingen die aansluiten bij de verschillende doelgroepen van de Krakeling. 

“Er is op dit moment nog niet genoeg geschikte programmering in de markt”, geeft Kees aan. Dat is ook de reden dat Kees een voortrekkersrol ziet weggelegd voor De Krakeling. “Ik ga soms opzoek naar makers, vraag ze om een voorstelling te maken en geef aan dat ik in De Krakeling ruimte wil reserveren om de voorstelling een podium te bieden.” Door deze stimulering ontstaat er op termijn hopelijk een diverser aanbod aan kinder- en jeugdvoorstellingen die niet alleen in de Krakeling, maar ook daarbuiten worden geprogrammeerd.

 

Publiek
Hoe zorg je ervoor dat schoolkinderen ook naar de vrije voorstellingen komen? Aan de ene kant is dat marketing: Zo geeft De Krakeling alle schoolleerlingen een flyer mee naar huis met een selectie van een aantal voorstellingen die de komende tijd in De Krakeling spelen. Op deze manier probeert De Krakeling de ouders van de kinderen te bewegen ook een keer een kaartje te kopen voor een voorstelling in het weekend.

Maar dan ben je er nog niet volgens Kees. “Voordat je in de zaal zit heb je al veel voorwerk gedaan: Je hebt een keuze gemaakt voor een voorstelling, een kaartje gekocht, het kaartje uitgeprint en je bent op tijd gekomen voor de voorstelling. Allemaal gedragscodes die niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn. Wij proberen deze drempels weg te halen”, geeft Kees aan. “Bijvoorbeeld door voorstellingen in de foyer uit te voeren, actief in te zetten op telefonische verkoop, maar ook door het gesprek aan te gaan met acteurs en ze aan te moedigen interactief met het publiek om te gaan. Niet alle kinderen krijg je muisstil tijdens een voorstelling”.

 

Personeel
“Idealiter is je personeel een afspiegeling van je publiek”, zegt Kees met een klein beetje aarzeling in z’n stem. “Dat is spannend omdat het niet vanzelfsprekend is. Via de geijkte wegen kom je misschien niet bij de medewerkersprofielen die je zou willen, maar met een beetje geduld en een goed netwerk móet dat lukken”. Bij De Krakeling zijn ze om die reden begonnen om in ons personeelsbestand en in hun Raad van Toezicht meer diversiteit aan te brengen. “Personeelsleden, bestuursleden of Raad van Toezichtsleden zijn ambassadeur van de Krakeling. Door intern meer diversiteit aan te brengen krijg je toegang tot andere netwerken en heb je andere ogen die meekijken met de programmering en communicatie.”

 

Partners
Tot slot zet De Krakeling ook in op een samenwerking met een aantal strategische partners uit Amsterdam. Maatschappelijke organisaties en wijktheaters die makkelijker toegang hebben tot de bezoekers die De Krakeling graag wil hebben. Voorbeelden van partners zijn de Voorlees Express, Spirit en Studio 42nd. Door samenwerkingen met hun aan te gaan vindt het theaterbezoek in een andere context plaatst, waardoor het laagdrempeliger wordt. 

Dat diversiteit niet op een namiddag tot stand komt, of alleen maar een marketingcampagne vergt is duidelijk. Voor de Krakeling is het een drive van binnenuit die als eerste effect heeft op de artistieke keuzes van het theater. Dat maakt het volgens Kees een lange, maar tegelijkertijd een spannende, verrassende en avontuurlijke weg!

 

969